u natuurlijk al gedacht. Ze vallen buiten iedere officiële regeling.
Ik zal u vertellen hoe een en ander is ontstaan.
Het R.S.L. deed veel onderzoek voor de Luchtvaartdienst en ook voor de industrie.
De resultaten van dergelijke onderzoek werden vastgelegd in diverse series rapporten.
In de vliegtuigserie waren dat de V-rapporten.
Tegen omstreeks 1936 naderde de teller van deze reeks de 1000 en toen ontstond een
typisch gevalletje kantoorhumor!
Een weliswaar echt rapport maar over volstrekt imaginaire vliegtuigen!
Voor de R.S.L.-I zou zelfs een BvL aangevraagd zijn terwijl ook de R.S.L.-II volgens
de opsteller "volledig in aanmerking kwam voor een BvL".
De maanlandingsproeven van de R.S.L.-II werden, o.a. omdat het nieuwe maan was,
niet uitgevoerd.
Om praktische redenen werd besloten dat de R.S.L.-II voor een proefvlucht dan maar
zonder zwaartepunt zou starten...
Tenslotte zijn de genoemde kenmerken eenvoudig te herleiden tot twee beroemde
namen uit onze vooroorlogse luchtvaartgeschiedenis:
AG-VBH - A.G. von Baumhauer, onderdirecteur van het R.S.L.
HJ-VDM - H.J. van der Maas, hoofd van de vliegtuigafdeling van het R.S.L.
Het Rapport V.1000 dat ter beschikking gesteld werd door Stichting Historisch Museum NLR
