Herman Dekker: Contact
NEDERLANDSE ONGEVALLEN
EN INCIDENTEN 1932
03.01.1932 PH-AEB Fokker F.VIIa 3 St. Quentin(F) Terug / Top
Noodlanding wegens motorstoring, de oorzaak bleek vette bougies te zijn.
Bestuurder: De Nes.
03.01.1932 PH-AFR Fokker F.VIIb-3m 5262 Valence(F) Terug / Top
Op de terugvlucht vanuit Batavia (vlucht #54) kwam het toestel in dichte mist terecht.
De bestuurder besloot tot een voorzorgslanding.
Gezagvoerder: E. van Dijk. Copiloot: A. Viruly. Boordwerktuigkundige: Th.J. Hoogeveen.
Marconist: Den Buter.
Nieuwsblad van het Noorden 4.1.1932, via K. Kalkman.
14.01.1932 PH-AEB Fokker F.VIIa 3 Parijs(F) Terug / Top
Noodlanding wegens verbrande zuiger.
Bestuurder: Bax.
16.01.1932 PH-AGN Pander P-1 29 Hilvarenbeek Terug / Top
Noodlanding wegens motorstoring. De volgende dag weer opgestegen.
Bestuurder: L. Lammertz.
Nieuwe Tilburgse Courant 18.1.1932, via K. Kalkman.
23.01.1932 D-1710 Rohrbach Ro VIII Roland II 44 Twente Terug / Top
Vanwege het slechte weer kon de bestuurder, die de lijn Londen-Berlijn vloog, niet op
Schiphol of Waalhaven landen. Hij vloog door naar Luchtvaartterrein Twente.
De passagiers en de rest van de lading, o.a. de post, werden op de trein gezet.
De volgende dag is het toestel, met drie passagiers uit Enschede, naar Schiphol vertrokken.
Bestuurder: Steinbeck.
Het maandrapport van NV Luchthaven Twenthe.
24.01.1932 PH-AER Koolhoven F.K.41 4101 Rotterdam Terug /Top
De bestuurster taxiede naar de baan om een lokale oefenvlucht te gaan maken.
Ze taxiede langzaam, maar toen de wielen in de klei bleven steken kwam toch de staart
omhoog en eindigde de rit in een neusstand.
Bestuurster: J. Hoekstra-van der Does.
29.01.1932 PH-AIE Fokker F.XII 5292 Rotterdam Terug / Top
Het toestel zou te Brussel worden gedemonstreerd; o.a. voor de Belgische koning.
Wegens het slechte zicht werd ter hoogte van Antwerpen besloten terug te keren.
De volgende dag lukte het wel.
Bestuurder: J.J.E. Duimelaar.
00.01.1932 PH-AEF Fokker F.VIII 5043 Schiphol Terug / Top
Beide Townend ringen van de Hornet-motoren waren gescheurd. Oorzaak is mij onbekend.
00.01.1932 PH-AGN Pander P-1 29 # Terug / Top
“Eene kleine aanryding”. Onderstel beschadigd.
Bestuurder: L. Lammertz.
00.01.1932 PH-21 Kassel 12 = # Terug / Top
Bij oefeningen zodanig beschadigd dat het Bewijs van Luchtwaardigheid werd ingetrokken.
02.02.1932 PH-AJM Koolhoven F.K.44 4402 Heerlen Terug / Top
Onderweg van Rotterdam naar Vaals moest de bestuurder zijn toestel wegens een lekkende
benzineleiding aan de grond zetten. Hij deed dit bij de "Morgenster-kolonie aan den
Esschenderweg onder de gemeente Heerlen".
08.02.1932 PK-SAE de Havilland D.H.60M Moth 1559 Andir Terug / Top
Tijdens de nadering, in de laatste bocht voor de landing, afgegleden.
De bestuurder, de eerste Indische sportvlieger, kwam om het leven.
Bestuurder: Raden Mas Soetardjo(†).
Bataviaasch Nieuwsblad 10.2.1932 (Via Nick Wiegersma)
![]() |
![]() |
Terug naar de opsomming "Ernstige ongevallen"
12.02.1932 PH-AGR Fokker F.VII-3m 5187 Rome(I) Terug / Top
Tijdens het taxiën bleef het onderstel haken achter het smalspoorbaantje van het vliegveld.
Bestuurder: G.M.H. Frijns.
14.02.1932 PH-AIA Pander EF 85 39 Herignies(F) Terug / Top
De bedoeling van de -pas gebrevetteerde- bestuurder was om vanaf Schiphol een vluchtje
boven Bussum en Laren te maken.
Toen hij de toren van Amersfoort onder zich zag verlegde hij zijn koers (dacht hij)
westwaarts om zo de Noordzee op te pikken en dan langs de kust weer bij Schiphol te
geraken.
Dat liep helemaal mis, hij raakte aan het dwalen, zag de Schelde voor de Zuiderzee aan
en toen hij onder zich een Belgische vlag zag verlegde hij weer de koers naar (dacht hij)
het Noordwesten, wéér op zoek naar de Noordzee dus.
Na een kwartier vliegen hield de motor er mee op en moest hij een noodlanding maken.
Dat ging perfect en toen bleek hij net over de Belgisch-Franse grens boven Valenciennes
te zijn.
Na in de buurt wat brandstof bemachtigd te hebben, wilde hij weer opstijgen, maar daartoe
moest het toestel eerst naar een ander terrein gebracht worden, hierbij raakte het
landingsgestel beschadigd. En tenslotte kreeg hij ook nog problemen met de Franse douane
die de reserve-onderdelen aan boord als geïmporteerde waar beschouwde.
Bestuurder: Weber.
![]() |
In maart werd daarna het BvL geschorst tot de reparaties van de vleugel
en het onderstel uitgevoerd en gekeurd waren. (Coll. H. Dekker) Nieuwe Tilburgse Courant 19.2.1932, via K. Kalkman. ![]() |
![]() |
![]() |
18.02.1932 PH-AGN Pander P-1 29 Berlijn(D) Terug / Top
Toen het toestel vanuit Aken op Berlijn-Tempelhof landde constateerde men dat aan de
achterkant van de romp de beplating los lag.
Het bleek dat de bestuurder onderweg een noodlanding (waarover ik verder geen informatie
heb) had moeten maken en daarbij zou dan de schade ontstaan zijn.
Bij nadere inspectie bleek trouwens dat ook het onderstel beschadigd was.
Er ontstond nog een vrij uitgebreide briefwisseling, mede omdat de heer Lammertz het
toestel in Aken wilde laten repareren en Pander daar geen enkele verantwoording voor
wenste te nemen.
Bestuurder: L. Lammertz.
De brief over de geconstateerde gebreken. (Coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
![]() |
19.02.1932 PH-AGR Fokker F.VIIb-3m 5187 Allahabad(VT) Terug / Top
Na een tussenlanding te Allahabad omstreeks het middaguur, besloot de gezagvoerder de
reis die dag niet voort te zetten vanwege het slechte weer.
Gezagvoerder: G.M.H. Frijns. Copiloot: G. Bax. Boordwerktuigkundige: P.B. Blok.
Telegrafist: P.J. Oolgaart.
Bericht in Het Vaderland 19.2.1932. (KB)
27.02.1932 D-1327 Rohrbach Ro VIIIa Roland 1a 39 Twente Terug / Top
Omdat een der motoren niet voldoende toeren maakte landde het toestel, met zeven
passagiers aan boord, op Twente. De dag daarna is het toestel naar Berlijn doorgevlogen.
Aan boord was de Nederlandse Luft Hansa-vertegenwoordiger en die peilde de mogelijkheid
om een nachtverlichting aan te brengen in verband met de op 2 mei a.s. te starten
nachtpostvluchten van Scandinavië naar Engeland.
De identiteit van dit toestel is niet bekend, de in het maandrapport, en dus ook hier
genoemde D-6197 kan niet correct zijn aangezien het Duitse 'nummer-register' niet hoger
is gekomen dan D-3463.
Tubantia spreekt echter over D-1327 en zet er een foto van het toestel bij waarop met
enige moeite "Hohenwiel" te lezen is. Dat maakt D-1327 inderdaad correct.
Bestuurder: Künstle.
Zó stond het in het maandrapport. (Coll Jan Evert Leeuw)
28.02.1932 PH-AFZ Pander EF 85 31 Schiphol Terug / Top
Er stond een vrij sterke wind. Na op normale wijze te zijn geland en tot stilstand
gekomen werd het toestel door een hevige windstoot op de neus gezet.
Schade aan schroef en motorbok.
Bestuurder: A.F. Postmaa.
12.03.1932 PH-AGO Koolhoven F.K.41 4104 Waalhaven Terug / Top
De leerling ving weliswaar wat te hoog af maar de instructeur vond het nog niet nodig
om in te grijpen. Het vliegtuig zakte snel door en kwam met het linker wiel eerst aan
de grond.
Er klonk een luide knal en het toestel begon naar links weg te zakken.
De linkervleugeltip kwam aan de grond en met een grondzwaai kwam de zaak tot stilstand.
Wielpoot gebroken dus.
Instructeur: H.M. Schmidt Crans
Leerling/eigenaar: W. de Heer.
NB. Zie voor opmerkingen t.a.v. de type-aanduiding bij PH-AGO 3.7.1932
![]() |
Het rapportje betreffende de grondzwaai en hieronder een schets van het reparatievoorstel. (Coll. H. Dekker) ![]() |
13.03.1932 PK-SAH Pander EG 37 Soerabaja Terug / Top
Een marine-vlieger vloog met een passagier in de Pander van de NIVC bij een vliegfeest
ter gelegenheid van de ontvangst van de aviatrice Elly Beinhorn.
Het was alleen instructeurs van deze club toegestaan te stuntvliegen maar de bestuurder
overtrad deze regel.
Om een Pander zuiver te 'loopen' moet enigszins rechts richtingsroer gegeven worden,
de onderzoekscommissie concludeerde dat de bestuurder, uit de looping komend, rechts
uitgetrapt zat.
“Dit uittrappen, gecombineerd met vrij snel optrekken, heeft onvermijdelijk een
rechter vrille tot gevolg”.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
14.03.1932 D-1152 Raab-Katzenstein RK 6 53 Arnhem Terug / Top
Het toestel wierp reclame uit voor een Duitse verzekeringsmaatschappij en kreeg motorstoring.
15.03.1932 D-1453 Raab-Katzenstein RK II b 80 Zutphen Terug / Top
Een “klein Duits vliegtuigje uit Münster” moest wegens motorstoring een noodlanding maken
in de uiterwaarden langs de IJssel.
De bestuurder was te Düsseldorf opgestegen voor een tocht naar Wezel en onderweg verdwaald.
Bij de noodlanding brak de propeller en de volgende dag werd het toestel gedemonteerd en
naar Duitsland teruggebracht.
Bestuurder: R. Bieber.
Bericht in de Zutphensche Courant 15.3.1932
(Coll. Jan Evert Leeuw)
28.03.1932 PH-1 R.R.G. Zögling 32 Noordwijk Terug / Top
Na driemaal een z.g. schuifstart te hebben gemaakt zou de vierde 'echt' zijn.
Bij een schuifstart wordt de kabel slechts gedeeltelijk gebruikt en ook slechts beperkt
op spanning gezet met als gevolg dat het toestel niet loskomt.
Bij de vierde start kwam het toestel dus wel los, het steeg vrij snel naar een hoogte van
ca. vijf meter en draaide in de richting van de zee. Daarna dook het naar beneden en vloog
met de neus tegen de grond. De bestuurder rolde er voorover uit en het toestel werd door
de wind over de kop geslagen.
De schaats en het stabilo waren gebroken, het kielvlak beschadigd.
Het eruit rollen van de bestuurder kwam door het breken van de veiligheidsgordels.
Trouwens, dit was de eerste vlucht na de reparatie van de schade die het toestel in
oktober 1931 had opgelopen.
In juni was het toestel weer gerepareerd en werd het BvL weer uitgereikt.
Bestuurder: Max.'
De eerste afschrijving a.g.v. een ongeval, met het
eerste zweefvliegtuig. (Coll. H. Dekker)
00.03.1932 PH-# # = Wassenaar Terug / Top
De bestuurder kreeg van zijn club (DSA) een vliegverbod van drie maanden als sanctie
voor laagvliegen boven de golflinks van Wassenaar.
Bestuurder: G.F. Cremers.
00.03.1932 PH-20 Kassel 12 = Noordwijk Terug / Top
Het Bewijs van Luchtwaardigheid werd geschorst na een beschadiging te Noordwijk.
04.04.1932 PH-AEF Fokker F.VIII 4043 Schiphol Terug / Top
Hornet motor liep vast bij het proefdraaien.
07.04.1932 PH-ACT Fokker F.VIIa 4901 Schiphol Terug / Top
PH-ADZ Fokker F.VIIa 2
PH-AEG Fokker F.VIII 5044
Het dak van hangaar A bezweek en deze drie toestellen liepen schade op.
De vleugel van de PH-ADZ werd ernstig beschadigd.
(Foto's via Ed Nolte)
![]() |
![]() |
![]() |
13.04.1932 PH-AIG Klemm L 25 213 Sassenhein Terug / Top
Er zouden foto's gemaakt worden en daarom vloog de bestuurder heel laag.
Toen hij vlak boven het meertje Sassenhein in de gemeente Haren vloog, sloeg de motor
plotseling af en moest er direct een noodlanding gemaakt worden.
Het was daar ter plekke zeer ondiep zodat het toestel boven water bleef.
De beide inzittenden werd aan boord van een roeiboot genomen.
Het toestel werd nog dezelfde dag uit het water getrokken en gedemonteerd naar Eelde
teruggebracht.
Bestuurder: H. Stoll.
![]() |
|
![]() |
Nieuwsblad van het Noorden 14.4.1932 beide knipsels via K. Kalkman ![]() |
Het rapport van gemeente-veldwachter Akkerman van Haren. (Coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
13.04.1932 PH-AIK Pander P.3 41 Twente Terug / Top
Bij een landing op het drassige gedeelte van het terrein heeft de schroef de grond
geraakt en kwam het toestel op de neus te staan.
Bestuurder: F.J.J.M. ten Bos.
Deze foto komt uit de collectie van F. Zandvliet.
Dat hij hoort bij bovengenoemd incident is een aanname van mij.
![]() |
![]() |
Pander
wilde wel graag verklaard hebben dat het incident niet aan de
vliegeigenschappen van haar product te wijten was. En hiernaast de verklaring van de Luchtvaartdienst. (Coll. H. Dekker) ![]() |
![]() |
17.04.1932 PH-AFN Pander EG 1 35 Deventer Terug / Top
Het was de bedoeling om van Schiphol naar Twente te vliegen. Onderweg begon de motor
onregelmatig te lopen en werd een voorzorgslanding op het vliegterrein bij Deventer
gemaakt.
De bestuurder vermoedde 'vuil in de benzine' en maakte een brandstofleiding los, hij
liet die goed doorstromen en toen bleek inderdaad de storing opgeheven.
Een uur na z'n landing vertrok hij weer naar Twente.
Bestuurder: J.E. van Tijen.
Beide foto's uit Eigen erf 22.4.1932 via Karel Kalkman![]() |
![]() |
Het rapport van de Deventer politie (Coll. Jan Evert Leeuw) ![]() |
![]() |
22.04.1932 PH-AER Koolhoven F.K.41 4101 Le Bourget(F) Terug / Top
Terwijl ze op ca. 500 ft. boven het terrein vloog begon het toestel plotseling hevig te
trillen.
De motor afgezet en een goede landing gemaakt. Een KLM-mecanicien demonteerde
toen de propeller en constateerde daarna een breuk in de krukas.
De motor werd naar de fabriek (Siemens) gestuurd en daar gerepareerd.
In juni vloog het toestel weer, het nieuw uitgereikte BvL werd in de 2e helft van juni
naar Le Bourget gezonden. Toen was het toestel kennelijk nog steeds daar.
Bestuurster: mevr. J.Hoekstra-v.d. Does.
Het reparatierapport van de Siemens motor.
(Coll. H. Dekker)
24.04.1932 PH-AFS Fokker F.VIIb-3m 5263 Singapore(9V) Terug / Top
Noodlanding wegens motorstoring op vliegveld Alor Star.
Er bleek een inlaatklep in een cilinder gevallen te zijn.
De cilinder moest vervangen worden.
Bestuurder: P. Both. Copiloot: G. Bax. Boordwerktuigkundige: Chr. Biesheuvel.
Marconist: J.J. Stodieck.
Noodlanding bij Middel, onder Olst.
Bericht in de Leeuwarder Courant 25.4.1932.
30.04.1932 PH-# Pander = Den Helder Terug / Top
Tijdens de Nederlandse Rondvlucht moest met een Pander een noodlanding bij Den Helder
gemaakt worden.
Bestuurster: mevr. J. Hoekstra-v/d Does.
Leeuwarder Nieuwsblad 30.4.1932, via K. Kalkman.
10.05.1932 PH-ADN Fokker F.VIIa 4984 Lübeck(D) Terug / Top
Noodlanding wegens wegvallende oliedruk. Er moest een cilinder vervangen worden.
Bestuurder: P. Soer.
10.05.1932 SE-ACZ Fokker F.XII 5303 # Terug / Top
Blikseminslag. Op 10 mei werd het kompas opnieuw gecompenseerd.
11.05.1932 G-AABF Blackburn L.1B Bluebird 1450/6 Zwijndrecht Terug / Top
De bestuurder was verdwaald omdat hij Dordrecht aanzag voor Rotterdam. En dus het vliegveld
niet kon vinden. De volgende dag weer opgestegen.
De Banier 12.5.1932, via K. Kalkman.
16.05.1932 OO-BSC Orta St. Hubert = Eelde Terug / Top
Tijdens het pinkstervliegfeest werd de kabel voor autostart niet opgeruimd.
Toen het Belgische toestel startte, reed het er overheen en de kabel bleef aan het
staartwiel hangen. Hij ging mee de lucht in en viel er pas bij het passeren van de
rand van het veld af.
Bestuurder: Mantel.
18.05.1932 PH-ADN Fokker F.VIIa 4984 Twente Terug / Top
Het KLM-toestel dat op weg was naar Malmö maakte wegens een kleine motorstoring een
noodlanding. Er was een klepstoter defect en er moest een cilinder vervangen worden.
Bestuurder: W.C. van Veenendaal.
Uit het maandrapport van NVLT. (Coll. Jan Evert Leeuw)
NB. Ooit heb ik ook een noodlanding op Twente op 13/5 gemeld. Dat was een misverstand a.g.v.
de slecht leesbare datum in bovenstaand rapport.
29.05.1932 PH-AET Fokker F.VIIa 4 Schiphol Terug / Top
Botsing tegen een auto op het platform, de propeller van motor #2 moest vervangen worden.
Bestuurder: Gwk. Stolk.
02.06.1932 PH-AFU Fokker F.XII 5285 Rangoon(XY) Terug / Top
Men had de slechte plekken in het plaatselijk zachte veld niet gemarkeerd.
Hierdoor zakte het vliegtuig weg en moest er met een tractor uitgesleept worden.
Hierbij raakte de rechter schroef de tractor en werd beschadigd.
De PH-AIE zou de volgende dag vanuit Batavia de terugreis aanvaarden, door onmiddellijk
contact met Bandoeng op te nemen kon deze nog een nieuwe propeller meenemen zodat de
vertraging slechts twee dagen was.
Gezagvoerder: Q. Tepas. Copiloot: W. van Veenendaal. Boordwerktuigkundige: M. Franse.
Telegrafist: L.C. Dik.
08.06.1932 PH-ADW Pander EC 23 Rotterdam Terug / Top
PH-AJM Koolhoven F.K.44 4402
De bestuurder taxiede met de Pander na een lokale oefenvlucht terug naar het platform.
Ter hoogte van het clubhuis stond de PH-AJM geparkeerd en hij kon, mede omdat hij voor
de wind draaide, een botsing niet meer vermijden.
Van de PH-ADW werd de schroef en van de PH-AJM de rechtervleugeltip beschadigd.
Bestuurder: Muntinga.
(Coll. H. Dekker)
11.06.1932 PH-AIL Koolhoven F.K.43 4302 Moerkapelle Terug / Top
Noodlanding wegens motorstoring. Ontluchtingssysteem defect.
Bestuurder: P. Both.
Nóg een telcom aantekening. (Coll. H. Dekker)
12.06.1932 PH-AKA Pander EF 85 27 Vlissingen Terug / Top
Het gras stond er hoog bij. Weliswaar was de baan gemaaid, maar het maaisel was niet goed
verwijderd zodat bij de start er een grote pluim hooi aan de staartsteun bleef haken.
De besturing ging heel moeilijk maar het toestel kwam wel los.
De bestuurder maakte bij aankomst te Rotterdam zekerheidshalve een voorzichtige korte
landing. Daarbij knikte de verende stijl van de rechter landingspoot.
Bestuurder: R. van Romunde.
18.06.1932 PH-# Pander = Barneveld Terug / Top
De bestuurder had samen met een filmer van het Polygoonjournaal de aankomst van de
”Graf Zeppelin” op Twente gefilmd.
Op de terugweg moest wegens een vastgelopen klep een noodlanding gemaakt worden.
De filmrol werd over de weg verder gebracht, het vliegtuig werd de volgende dag
gerepareerd en Hein Schmidt Crans vloog het weer naar Waalhaven.
Bestuurder: A. van Ulsen.
18.06.1932 F-ALKL Potez 36 2393 Overschie Terug / Top
Noodlanding wegens motorstoring.
De Banier 20.6.1932, via K. Kalkman.
19.06.1932 PH-AJM Koolhoven F.K.44 4402 Twenthe Terug / Top
Motorstoring.29.06.1932 SE-ABZ Junkers W.33d 2548 Amstelveen Terug / Top
Vanaf Harderwijk werd het zicht steeds slechter zodat de bestuurder steeds lager moest
gaan vliegen om grondzicht te houden.
Maar in de buurt van Schiphol aangekomen lukte het hem niet het veld te zien.
Hij kruiste zoekend op 50 meter hoogte toen hij grondzicht kreeg en een weiland zag dat
hem geschikt leek voor een noodlanding.
In de uitloop zag hij een vijf meter brede sloot voor zich opdoemen en met vol gas geven
en optrekken probeerde hij daar overheen te 'wippen'. Dat lukte bijna, alleen de
staartsteun sloeg tegen de oever aan de overkant. Maar hierdoor kreeg het toestel in
de daaropvolgende rol een afwijking en rolde alsnog in een andere, ondiepe, sloot die
loodrecht op de eerste stond.
In deze sloot rolde het toestel verder waarbij na zo'n 50 meter de rechter wielpoot
afbrak en het toestel een kwart slag naar rechts maakte en tot stilstand kwam.
De beide inzittenden bleven ongedeerd.
Het vliegtuig werd gedemonteerd en per trein naar Malmö teruggebracht.
Bestuurder: K.B. Liljeberg. Marconist: N. Uttergärd.
Een tweetal foto's van de Junkers op z'n buik. (Coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
Het verslag van het onderzoek door inspecteur Van der Heijden. (Coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
02.07.1932 PH-20 Kassel 12 = Egmond aan Zee Terug / Top
De Commissie voor het Zweefvliegen van de KNVvL organiseerde voor net als het jaar
daarvoor een zweefvliegkamp.
De openingsvlucht werd uitgevoerd door de Duitse instructeur van de Akademische
Fliegergruppe Stuttgart die, in de veronderstelling dat er voldoende stijgwind bij de
duinrand te vinden zou zijn, loodrecht er naar toe vloog.
Helaas er was op dat moment nauwelijks stijgwind en het vliegtuig vloog met een harde klap
tegen een duin en werd ernstig beschadigd.
Bestuurder: H. Wendling.
Nieuwe Leidse Courant 5.7.1932, via K. Kalkman.
03.07.1932 PH-AGO Koolhoven F.K.41 4104 Assche Terheijde(OO) Terug / Top
De vlucht zou van Brussel, via Oostende, naar Rotterdam voeren.
Onderweg raakte de borging van de inlaatklep van cilinder #2 los zodat dat klep in die
cilinder viel en daarna door de zuiger tegen de kop geduwd werd.
De motor stopte direct.
De keus voor een noodlandingsterrein was niet groot en viel op een weiland waarin 25 à 30
koeien liepen.
Hij kwam zo kort mogelijk binnen, liet zich achter een bomenrij snel zakken en kwam daar
tegen een hek met betonnen palen tot stilstand.
Vanuit de lucht was dit hek niet te zien geweest. De bestuurder en zijn passagier bleven
ongedeerd.
Het vliegtuig werd nagenoeg geheel vernield het wrak werd nog wel weer teruggebracht naar
Rotterdam.
Bestuurder: A.F. Postmaa.
NB. - De veel gebruikte type-aanduiding F.K.42 is apocrief, er is nooit een F.K.42 ingeschreven geweest.
En ondanks het feit dat hij door Frits Koolhoven zelf, en alle historici na hem F.K.42 werd genoemd, is dat
formeel niet correct!
De PH-AGO was gedurende de hele levensloop middels BvI no. 67 (zie illustratiepagina!) ingeschreven als F.K.41
(constructienummer 4104!) terwijl op BvL No.49, én de aanvraag daarvoor, F.K.41e (met óók 4104) stond.
- De plaatsnaam is zoals hij in de contemporaine documenten vermeld stond. Na modernisering der Belgische
plaatsnamen is de naam tegenwoordig Assche-ter-Heyden.
Het rapport van het ongeval en de motivering van de NLS om de Cirrus-motoren niet meer te gebruiken. De kwaliteit van het verslag van het onderzoek laat reproductie helaas niet toe. (Coll. H. Dekker) ![]() |
![]() |
10.07.1932 PH-AII Fokker F.XII 5301 Calcutta(VT) Terug / Top
Aan de cilinderkoppen van alle drie de motoren werden scheurtjes waargenomen.
Twee cilinders werden direct verwisseld, te Karachi zouden ze weer geïnspecteerd en zo
nodig vervangen worden.
Gezagvoerder: L. Sillevis. Copiloot: F. van Breemen. Boordwerktuigkundige: C. den Blanken.
Telegrafist: H. Dené.
11.07.1932 PH-AIE Fokker F.XII 5292 Bandoeng(PK) Terug / Top
PH-AIJ Fokker F.XII 5302 Karachi(AP)
Ook in de midden-motor van de “Ekster” en de “IJsvogel” werden scheurtjes gevonden.
In één cilinder van de laatste zelfs 27.
De brief van de chef motoren-afdeling met een uitgebreide beschrijving van de motorproblemen. (Coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
13.07.1932 PH-AIL Koolhoven F.K.43 4302 Moerkapelle Terug / Top
Noodlanding wegens slecht weer.
14.07.1932 D-1154 Raab Katzenstein RK IIa 36 Tilburg Terug / Top
Dit toestel was eigendom van H. Schuhmacher en “een zekeren van Ravensteijn te Breda”,
zoals door eerstgenoemde werd verklaard.
Het BvL was verlopen (op 6/7) en het toestel zou vanuit Roosendaal naar Duitsland
overgevlogen worden voor een reparatie en de BvL-verlenging.
Het vertrek was op de dag ervoor maar tijdens de vlucht raakten beide heren verdwaald
en maakten een noodlanding in België, tussen Turnhout en Merxplas.
Omdat het veldje nogal klein was, werd er de volgende dag maar een beperkte hoeveelheid
brandstof getankt en bleef Van Ravensteijn achter.
De bedoeling was om naar Gilze-Rijen te vliegen en daar weer te tanken en dan alsnog naar
Duitsland te vliegen.
Helaas, wéér verdwaalde de bestuurder en ter hoogte van Tilburg was, na geruime tijd
zoeken, de brandstof op. Een geschikt landingsterrein was niet meer bereikbaar en hij
moest het toestel “in een perceel mastbosch, gelegen ten Westen van het Wandelbosch aan
de Kievitsbaan” aan de grond zetten. Dit resulteerde in beschadigde vleugelvoorranden en
tenslotte in een neusstand.
Bestuurder: H. Schuhmacher.
NB. Hoewel in het proces-verbaal de eigenaar Schuhmacker wordt genoemd, neem ik aan dat Schuhmacher correct is.
Ook Ries geeft in zijn "Recherchen zur Deutschen Luftfahrzeugrolle" deze laatste versie.
Het proces-verbaal van de gemeente-politie van Tilburg. (Coll. H. Dekker) Bericht in Het Vaderland 14.7.1932. (KB) ![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
14.07.1932 PH-# Fokker IX = Eelde Terug / Top
Wegens een defect aan de benzineleiding moest de Fokker van de lijn Amsterdam - Malmö een
landing maken.
Nieuwsblad van het Noorden 15.7.1932, via K. Kalkman.
21.07.1932 PH-AEJ Pander EC 24 Schiphol Terug / Top
De leerling kreeg als opdracht twee doellandingen uit te voeren en daarna, vanaf 600 meter
hoogte, met stationair draaiende motor, nog een.
Op 600 meter hoogte ging opeens de neus van het toestel omhoog en de bestuurder besefte
onmiddellijk dat de besturing defect was. Achteraf bleek dat de verbinding tussen knuppel
en hoogteroer-as verbroken was. Door regeling van het toerental -en de goede vliegeigenschappen
van dit type!- zag hij kans het toestel in zodanige positie te brengen dat hij op het veld
kon landen.
Vlak voor de landing moet hij nèt iets te veel gas hebben teruggenomen waardoor de neus iets
te ver omlaag kwam.
Het gevolg was dat het toestel na touchdown over de kop sloeg. Het toestel werd ernstig
beschadigd, de bestuurder bleef ongedeerd. Hij werd natuurlijk wel gecomplimenteerd met
de wijze waarop hij zichzelf en het toestel (grotendeels) behouden aan de grond had gekregen.
Bestuurder: J.H. Eilders.
Het verslag dat opgemaakt werd door dhr. Van der Heijden. (Coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
En tenslotte de op z'n rug liggende PH-AEJ. (Vliegtuigencyclopedie Hooftman 9, blz. 128) ![]() |
22.07.1932 PH-# Fokker = Lengel(D) Terug / Top
Wegenbs motorstoring moest het KLM-vliegtuig, met vier passagiers aan boord, een noodlanding
maken nog juist op Duits grondgebied. Na een uur weer opgestegen.
27.07.1932 PH-AID Fokker F.XII 5291 Moelmein(XY) Terug / Top
Het toestel kwam onverwacht in een gebied met slecht weer terecht.
Gedurende een volle minuut steeg het toestel 8m/sec. zonder dat de bestuurder er iets
aan kon doen. Zie ook PH-AIP op 9 september 1932.
Bestuurder: I.W. Smirnoff. Copiloot: A. Viruly. Boordwerktuigkundige: M. Westrate.
Marconist: M.L. Koopman.
01.08.1932 PH-ADX Fokker F.VIIa 1 Vlissingen Terug / Top
Een van de lippen van het driehoekige U-stuk waarmee de stabilodraadas aan de voorkant
aan de romp bevestigd is brak af.
Hierdoor kwam het staartvlak in de laagste stand naar beneden te staan en ging het
vliegtuig na de start opeens met de neus omhoog.
De bestuurder keerde direct terug waarna een tijdelijke reparatie werd uitgevoerd en
daarmee kon het toestel leeg naar Rotterdam teruggevlogen worden.
Bestuurder: J.J. Abspoel.
De melding van de Chef-TD. (Coll. H. Dekker)
03.08.1932 PH-ADO Fokker F.VIIa 4983 Schiphol Terug / Top
Tijdens het taxiën met de staart tegen een paaltje van een terreinlicht gebotst.
Het stabilo werd beschadigd.
Bestuurder: J.S.W. van der Feijst.
08.08.1932 PH-AFL Fokker F.XII 5242 Waalhaven Terug / Top
Tijdens het uitrollen na de landing bleef de staartsteun haken achter een ca. acht cm.
boven het veld uitstekend rooster van een verzonken grondlicht.
Enige spandraden braken en het achterstuk van de romp werd ontzet.
Van deze gelegenheid werd gebruik gemaakt om ook de Leeuwerik met een staartwiel uit te rusten.
Daartoe werd de achterromp losgezaagd en voor ombouw (én reparatie dus)
naar Fokker gestuurd.
Bestuurder: Q. Tepas.
11.08.1932 # # = Simongan(PK) Terug / Top
Het verloop van het ongeval is me niet erg duidelijk, ANETA meldt dat de
“Dare-devil-motorrijder van de Manilla Shows, Bill Palmer, uit zijn vliegtuig sprong
zonder de motor af te zetten. Zijn scheenbeen werd door den propeller versplinterd”.
Bericht in Het Vaderland 12.8.1932. (KB)
12.08.1932 PH-AEG Fokker F.VIII 5044 Twente Terug / Top
Bij de landing sloeg de staartsteun tegen de rand van het veld en werd beschadigd.
Bestuurder: W.C. van Veenendaal.
13.08.1932 PH-AGR Fokker F.VII-3m 5187 Schiphol Terug / Top
304 Fokker C.Vd =
De Fokker C.Vd reed na het starten van de motor zonder bestuurder weg en botste tegen
de PH-AGR.
'Aspirant-vlieger' van de Fokker: D.L. Asjes.
15.08.1932 PH-AFR Fokker F.VIIb-3m 5262 Hamburg(D) Terug / Top
Bij de landing grepen de remmen opeens onverwacht hard aan, een langzame neusstand was
het gevolg.
Bestuurder: W.C. van Veenendaal.
16.08.1932 PK-AFE Fokker F.VIIb-3m 5123 Batoekaoe(PK) Terug / Top
De bedoeling was om in enige etappes naar Koepang te vliegen en onderweg een
verkenningstocht over de Kleine Soenda Eilanden te maken.
De eerste tussenlanding was te Grogak op Bali. Na aankomst werden daar zeven rondvluchten
uitgevoerd en om 11.45 uur startte het toestel voor een rondvlucht boven Bali met als doel
boven de grotere plaatsen strooibiljetten uit te werpen.
Het eerste doel was de dessa Tabanan.
Daartoe moest hij een bergrug passeren en zijn plan was over de pas Westelijk van Batoekaoe
vliegen.
Dezelfde pas waarover de grote weg van Boeboenan naar Tabanan voert, achteraf bleek dat hij
feitelijk een andere pas had genomen.
Terwijl hij een der bergruggen wilde passeren, merkte hij dat het toestel niet meer steeg
en zelfs neergedrukt werd. Terugkeren was onmogelijk omdat er gewoon niet genoeg ruimte
tussen de bergen was voor het maken van een bocht.
Hij trachtte met volgas over de bergrug te komen maar het lukte niet.
Het toestel raakte een boom en vloog daarna tegen de grond; het werd ernstig beschadigd.
De bestuurder werd gewond, de andere drie inzittenden bleven ongedeerd.
Bestuurder: E.A.J. Prillwitz. Boordwerktuigkundige: F.J. Lischer.
Bericht in Het Vaderland 17.8.1920.
Het Rapport van de Commissie Groeneveld Meijer. (Coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
17.08.1932 PH-20 Kassel 12 = Egmond aan Zee Terug / Top
Het toestel was weer gerepareerd na het ongeval van 2 juli. Er zou een autostart worden
uitgevoerd en de daartoe aangewezen leden waarschuwden het publiek wat dichter bij de
duinen te blijven, “wilt U wat naar den duinvoet gaan, het toestel zwaait soms heen en
weer, de verantwoording is voor U”.
Nadat het toestel ca. 30 meter over het strand had geschoven, lieten de tiplopers het
los en 15 meter verder was het los van de grond. Het slingerde wat heen en weer maar
dat was normaal was tijdens de beginfase van een autostart.
Deze keer echter achtte de instructeur de slingering wat ruim en ontkoppelde zodat
de bestuurder genoodzaakt was een landing uit te voeren. Hierbij werd een toeschouwer,
die zich niet ver genoeg had verwijderd, getroffen en ernstig gewond.
Bestuurder: J. Leeuwenberg.
Het ongeval had nog een juridische nasleep omdat niet duidelijk was of de zweefvliegers, bij gebruikmaking van
een in feite openbaar stuk strand, al dan niet aansprakelijk gesteld konden worden voor de schade.
De afloop hiervan is mij niet bekend.
Het Proces-Verbaal van gemeente- en onbezoldigd ryksveldwachter Willem ten Bruggencate van de gemeente Egmond.
(Coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
18.08.1932 PH-AFV Fokker F.XII 5284 Oldebroek Terug / Top
Noodlanding. Eerst werd gedacht aan brandstofgebrek maar de oorzaak bleek vervuilde
benzine te zijn.
19.08.1932 PH-AFM Pander EG 1 33 Rotterdam Terug / Top
In een brief d.d. 27.8.1932 meldt de NLS aan de RLS dat zich met dit toestel een
incident had voorgedaan.
Na het op 1000 ft. in een vrille brengen was het daar niet meer uit te krijgen en
bovendien reageerde de motor niet op gasgeven.
Pas op ca. 100 meter hoogte pakte de motor weer en kon de bestuurder middels een
duikvlucht de normale vliegstand herstellen
Daarna haperde de motor echter weer en zat er niets anders op dan een noodlanding te maken.
Dit gebeurde “op de weg nabij de werf van de firma Lith en Madern”.
Gezagvoerder: A.F. Postmaa.
20.08.1932 PH-AIG Klemm L 25 213 Vlieland Terug / Top
Noodlanding, over de schade zijn m'n bronnen niet eenduidig! De opgave varieert van
licht tot zeer zwaar (zoals hieronder). En ook over de ongevalsplaats heerst geen
overeenstemming, die wordt ook als Borkum opgegeven!
Maar de Alkmaarsche Courant meldt ten eerste dat het Vlieland was en dat weliswaar bij
de noodlanding geen schade ontstond maar de het toestel, na reparatie, bij de start het
prikkeldraad raakte en in zee terechtkwam. En dus ernstig beschadigd werd.
Bestuurder: H. Stoll.
Sumatra Post 27.9.1932, via K. Kalkman. De Klemm te water! (Coll. D. Bruin)
![]() |
![]() |
22.08.1932 PH-AGR Fokker F.VII-3m 5187 Het Kanaal Terug / Top
Vliegend boven het open water ontstond een motorstoring, een klep was in een cilinder
gevallen. Er zat niets anders op dan door te vliegen en na het bereiken van het vasteland
een noodlanding te maken.
Bestuurder: J.J. Hondong.
24.08.1932 PH-AIG Klemm L 25 213 Vlieland Terug / Top
Na reparatie van de schade was het toestel weer gerepareerd en, hoewel het BvL geschorst
was wist de bestuurder de veldwachter te overtuigen dat een proefvlucht wel toegestaan was.
Hij startte echter van een ongeschikt, te kort, terrein en de start eindigde in een crash.
De schade was zeer ernstig, de reparatie duurde bijna een jaar.
Ik vermoed dat hier enige 'epische verdichting' in het spel is. Want het lijkt me
nauwelijks mogelijk dat het toestel na de tewaterlating van 20/8 alweer vlieggereed zou
zijn! Kortom, ik denk dat dit ook eigelijk het 20/8 incident betreft.
Bestuurder: H. Stoll.
29.08.1932 PH-ADX Fokker F.VIIa 1 Haamstede Terug / Top
De nadering werd met rugwind uitgevoerd omdat de windrichting verkeerd werd aangegeven.
Mogelijk daardoor zakte het toestel wat snel door.
Het onderstel sloeg tegen het talud van de grenssloot en bleef daarin achter.
Het toestel kwam verderop op de buik schuivend tot stilstand.
De reparatie werd ter plekke uitgevoerd door een hulpploeg o.l.v. Van der Muelen en Finzel.
Bestuurder: Supheert.
31.08.1932 SE-AAE Junkers G.24 836 Geesteren Terug / Top
Het toestel vertrok om 23.20 uur van Schiphol om via Hannover en Kopenhagen naar Malmö te
vliegen.
Op basis van getuigenverklaringen werd het verloop van het laatste deel van de vlucht
gereconstrueerd. Bij de positiemelding (00.01 uur) boven Almelo rapporteerde de
radiotelegrafist geen bijzonderheden zodat aangenomen kan worden dat de motoren toen nog
normaal werkten.
Ter hoogte van Tubbergen werden de motoren afgezet en werd een ruime linkerbocht
gemaakt. De hierbij afgelegde weg was zo lang en het hoogteverlies zó gering dat de
motoren hierbij, minstens gedeeltelijk, toch weer ingeschakeld moeten zijn geweest.
Ook uit de verklaring van een getuige, wiens boerderij werd beschadigd, kan worden
geconcludeerd dat toen in ieder geval twee motoren op volle kracht moeten hebben gedraaid.
Het toestel had het landingslicht aan en raakte diverse obstakels: een schoorsteen, een
kastanjeboom, een dak, populieren en dennen, en bij ieder aanraking braken er (onder)delen
van het toestel af. Het sloeg in het veld achter de huizen tegen de grond en werd geheel
vernield.
De beide bemanningsleden (zie ook 29/6) kwamen om het leven.
Bij het onderzoek bleek dat een zuiger van motor #3 doorgebrand was.
Dat hoeft op zich niet zo'n probleem te zijn, de vliegeigenschappen op twee motoren van
dit type waren prima.
Mogelijk was doorvliegen niet mogelijk vanwege de door deze storing veroorzaakte trillingen,
de betrokken motor was niet voorzien van een uitbalanceer-inrichting.
De restanten van het vliegtuig werden later verkocht aan een oud-ijzerhandelaar in Almelo.
Bestuurder: K.B. Liljeberg(†).
Marconist: N. Uttergärd(†).
Terug naar de opsomming "Ernstige ongevallen"
NB. In de stukken bij het onderzoek wordt ook een opsomming van de drankconsumptie van de piloot opgegeven
t.w. 3 Bols, 4 port en 12 bier. En het commentaar op de start was “vreemd, zo niet roekeloos...”.
In het verslag van het onderzoek wordt echter geen verband met het ongeval gelegd.
![]() |
![]() |
![]() |
Twee foto's van het totaal vernielde toestel. (Links via Ed Nolte, en hieronder een krantenknipsel van onbekende herkomst)![]() |
Bericht in Het Vaderland 1.9.1932. (KB)
![]() |
![]() |
31.08.1932 “La Rêve” Vrije ballon = IJsselmeer Terug / Top
Ter gelegenheid van het Koninginnefeest was de ballon in Amsterdam opgestegen en
daarna richting IJsselmeer gedreven en tenslotte in het water terechtgekomen.
De ballonvaarder werd in uitgeputte toestand, samen met z'n ballon, door de kapitein
van de Sint Martinboot (?HD) uit het water gevist.
Ballonvaarder: van Someren.
Bericht in Het Vaderland 1.9.1932. (KB)
31.08.1932 F-ALVX Mauboussin PM.XII 01 Wijhe Terug / Top
De bestuurder nam deel aan de Europese Rondvlucht en was op weg naar Rotterdam.
Bij Wijhe moest hij wegens olieverlies een noodlanding maken.
Na het aanvullen van de olie kon hij 's middags om half vier weer opstijgen.
Bestuurder: A. Nicolle.
Bericht in Het Vaderland 1.9.1932. (KB)
07.09.1932 PH-AFS Fokker F.VIIb-3m 5263 Rotterdam Terug / Top
Noodlanding wegens motorstoring. Na reiniging van de benzinezeef kon weer opgestegen
worden.
Bestuurder: E. van Dijk.
09.09.1932 PH-AIP Fokker F.XVIII 5309 # Terug / Top
Onderweg naar Nederlands-Indië (vlucht #93) kwam het toestel in zeer slecht weer terecht.
Zonder dat de bestuurder daarop invloed kon uitoefenen steeg het toestel naar 3800 meter
en daalde daarna weer tot 1800 meter hoogte, onderwijl allerlei oncontroleerbare
bewegingen makend.
Op 1800 meter stabiliseerde het toestel zich in een vlakke vrille waardoor de bestuurder
de zaak weer 'over kon nemen'.
Omdat in de buurt bergtoppen waren hoger dan 2000 meter besloot gezagvoerder terug
te keren.
Gezagvoerder: Q. Tepas. Copiloot: van Steenbergen. Boordwerktuigkundige: M. Franse.
Telegrafist: L.C. Dik.
Zo'n verhaal doet trouwens onwillekeurig aan de “Uiver” denken!
13.09.1932 PH-AEX Pander EC 11 26 Eindhoven Terug / Top
Tijdens de start bezweek het cardanstukje van de linker onderstelpoot.
Het toestel kwam op de neus tot stilstand en de schroef werd daarbij beschadigd.
Ook aan de rechter poot vertoonde dat onderdeel al scheurtjes. “Het feit dat de
cardanstukken het begeven is niet te wijten aan slecht onderhoud, het blijkt dat
electron geen geschikt materiaal is voor dit onderdeel.”
Ze werden allemaal vervangen door van duraluminium gemaakte exemplaren.
![]() Gerard Casius zag hier eigenlijk geen schade. De tekst op de foto luidt: "Langs deze lijn is een duidelijk zichtbare Röntgen foto gemaakt die helaas is zoekgeraakt" De foto was opgeborgen met het commentaar "Breuk". Later meldde Gerard: Wat ik nu op de foto zie, is inderdaad vroege röntgenapparatuur en geen "olietrechter". De bedoeling was kennelijk om een staalbuis dwarsbalk in de romp, waaraan het landingsgestel is bevestigd, te onderzoeken op scheuren, waarschijnlijk na een harde landing. En zó komen misverstanden in de wereld!! Deze foto toont niet de PH-AFX maar de PH-AEX na de schade van 13.10.1932 tijdens de Vliegweek Eindhoven 10.09.1932 - 18.10.1932. E.e.a. is in Crasharchief duidelijk beschreven. Met dank aan Coen (Flash) van den Heuvel.! |
Nevenstaande foto heb ik aanvankelijk geplaatst als de PH-AFX. Coen van de Heuvel lette wél goed op! Het bleek de PH-AEX te zijn na de schade op 13.9.1932. In de andere rubrieken (Nedfoto en Vragenrubriek) heb ik de nevenstaande correctie geplaatst en ik hoop dat deze 'misser' in de toekomst niet voor problemen gaat zorgen! Het rapport betreffende het ongeval. (Coll. H. Dekker) ![]() |
13.09.1932 PH-AGR Fokker F.VII-3m 5187 Rotterdam Terug / Top
Noodlanding omdat opeens de oliedruk wegviel. Na reiniging van een oliefilter kon weer
opgestegen worden.
Bestuurder: E. van Dijk.
18.09.1932 PH-12 ESG 29 = Eindhoven Terug / Top
Bij een traverserende landing brak de schaats.
Bestuurder: F.J. Philips.
23.09.1932 PH-# # = # Terug / Top
Als gevolg van mist boven Zuid-Engeland moest een tiental machines met bestemming25.09.1932 PH-AHA C.G. Spencer & Sons = Zevenhuizen Terug / Top
Bij de landing 'pakte' het anker niet en ook liep de ballon langzaam leeg zodat de mand
met hoge snelheid over de grond werd gesleept.
Aan de 'trektocht' kwam een eind in een diepe sloot. De mand was vernield, de inzittenden
bleven ongedeerd.
Ballonvaarder: W. Pottum.
De heer Pottum schreef zelf 'een verslagje'.
(Coll. H. Dekker)
27.09.1932 PH-AIA Pander EF 85 39 Waalhaven Terug / Top
Na een normale start zette de bestuurder op een hoogte van ca 50 meter een linkerbocht in.
In deze bocht liep het toerental snel terug en het vliegtuig begon af te glijden.
De bestuurder prikte bij om meer snelheid te krijgen, maar moest om weer boven het veld te
komen wel weer optrekken om enige bomen te ontwijken. Hierbij raakte hij toch nog net de
boomtoppen en bij zijn poging om het toestel vlak hierachter aan de grond te zetten werd hij
door de sterke dwarswind naar links weggezet. Met de linkervleugel raakte hij toen een rijtje
wilgenbomen, het toestel zwiepte om en kwam in de bomen tot stilstand.
Linker boven- en ondervleugel beschadigd, schroef gebroken en onderstel ernstig beschadigd,
de bestuurder bleef ongedeerd.
Bij het onderzoek bleek dat een klepsteel van cilinder #4 vastgelopen was in de geleider.
Die ochtend nog was de betreffende cilinderkop verwisseld maar er kon geen verband tussen
dit ongeval en die reparatie worden aangetoond. Eerder leek het dat “het materiaal van klep
en klepgeleider niet bij elkander pasten, zoodat het gewenscht schijnt, een andere combinatie
in te voeren”.
Bestuurder: J.H. Muntinga.
![]() |
De schade viel nogal mee, het toestel is tot mei 1940 in dienst geweest. (Coll. H. Dekker)![]() |
Het verslag van het onderzoek door inspecteur Van der Heijden. (Coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
30.09.1932 PH-AFZ Pander EF 85 31 Schiphol Terug / Top
Tijdens de start bleef een uitlaatklep van de bovenste cilinder van de Walter Minor motor
vastzitten. De bestuurder voerde direct een noodlanding in de onmiddellijke nabijheid van
het veld uit.
Bestuurder: S. de Mul.
![]() |
De brief van de heer De Mul aan de Luchtvaartdienst over zijn noodlanding met een opgave van de reparaties. (Coll. H. Dekker) ![]() |
00.09.1932 PH-ADW Pander EC 23 Dubbeldam Terug / Top
PH-AEX Pander EC 11 26
Drie vliegtuigen van de NLS hadden in Düsseldorf meegedaan aan een rally en keerden naar
huis terug. Onderweg kwam er echter mist opzetten en de bestuurders van deze twee toestellen
maakten een noodlanding.
Bestuurder PH-ADW: Jonkheer van der Wall van Repelaer. Bestuurder PH-AEX: H.M. Schmidt Crans.
Frits Koolhoven, die het derde toestel de PH-AGQ bestuurde, week uit naar Gilze-Rijen.
00.09.1932 PH-AIF Koolhoven F.K.45 4501 Frankrijk(F) Terug / Top
Heeft schade opgelopen.
Maar verdere informatie over het waarom van
deze reparaties ontbreekt. (Coll. H. Dekker)
00.09.1932 PH-AIK Pander P.3 41 Groot Brittannië(G) Terug / Top
Noodlanding. Het toestel bleef daar enige tijd voor reparatie.
Bestuurder: F. ten Bos.
01.10.1932 PH-AII Fokker F.XII 5301 Kohlak(VT) Terug / Top
Na vertrek uit Bangkok met bestemming Rangoon kwam het toestel op een hoogte van 3500
meter in de kop van de cumulus terecht, daar werd het door een sterke remoustik
getroffen en helde sterk over naar links en in duikstand.
Het corrigeren van de rolbeweging lukte niet omdat de besturing van de ailerons
blokkeerde.
Na het corrigeren van de duikbeweging bleek de blokkering te zijn opgeheven, maar de
boordwerktuigkundige, die naast de bestuurder zat, zag toen dat de ailerons geheel
verdwenen waren! Het bleek achteraf dat de aileronkabel bij de bestuurderszitplaats
afgebroken was en dat de vleugels, voornamelijk ter hoogte van de ailerons, ernstig
werden beschadigd.
Hierna raakte het toestel nog tweemaal in een abnormale vliegstand maar daarvan was
het verdwijnen van de ailerons waarschijnlijk de oorzaak.
Hierna bleef de zaak stabiel en kon de bestuurder het toestel voorzichtig terugvliegen
naar Bangkok.
Het BvL van het toestel werd geschorst maar het werd wel toegestaan om het zonder
passagiers naar Bandoeng over te vliegen.
Gezagvoerder: E.C. Pellens. Copiloot: J.J. Abspoel. Boordwerktuigkundige: W.J. van Huut.
Telegrafist: H.J. Siemer.
Trouwens, de passagier (te Roller) beweerde stellig dat bestuurder en bwk elkaar in de aileronbesturing
tegenwerkten. In dit verband moet ook nog opgemerkt worden dat na de keuring van de bemanning op 25 en 26 oktober
de gezagvoerder ongeschikt werd verklaard en dat zijn BvB geschorst werd.
![]() |
Twee foto's die ik kreeg van Jan Timmermans, van het Graafs Museum. ![]() |
Het onderzoek door de heren Van der Heijden (LVD) en Van der Maas (RSL). (Coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() En het verslag van de hieropvolgende reparaties heb ik op de fotopagina geplaatst. |
12.10.1932 PH-AFS Fokker F.VIIb-3m 5263 Londen(G) Terug / Top
Tijdens kruisvlucht liep de motor tweemaal in toeren terug en de bestuurder besloot
tot een noodlanding.
Bestuurder: W.C. van Veenendaal.
13.10.1932 PH-# Pander = Schiphol Terug / Top
“...wederom Pander v/d NLS gedeeltelijk vernield.”
Vermoedelijk betreft dit het incident van 13/9.
20.10.1932 # # = Zandvoort/Egmond Terug / Top
Er spoelden vliegtuigwrakstukken aan. De dag daarna ook bij Egmond.
“Het Vliegveld” meldde daarover:
“Blijkens officiële Britse inlichting moet worden aangenomen, dat de in oktober aan onze
kust gevonden vliegtuig-wrakstukken afkomstig zijn van z.g. 'dummies', onbemande vliegtuigen
gebruikt voor catapult schietproeven door een Brits oorlogsschip”.
Algemeen Handelsblad 22.10.1932 en Nieuwsblad van Friesland, via K. Kalkman.
![]() |
![]() |
22.10.1932 PH-12 Grunau 9 (ESG 29) = Eindhoven Terug / Top
Harde landing, schaats gebroken.
23.10.1932 PH-12 Grunau 9 (ESG 29) = Eindhoven Terug / Top
Harde landing, schaats gebroken.
26.10.1932 # # = Terschelling Terug / Top
Er spoelde een band van een vliegtuig aan. Zie bij 20/10.
29.10.1932 SE-ACZ Fokker F.XII 5303 # Terug / Top
Blikseminslag onderweg van Kopenhagen naar Amsterdam.
Van Ronald Dijkstra kreeg ik deze melding uit het jaarrapport. (Amsterdams archief 1323-316)
00.10.1932 PH-AGQ Koolhoven F.K.41 4105 # Terug / Top
In een reparatierapport wordt gesproken over het repareren van de linker tank.
Mogelijk is dit slechts een technische storing.
Zie illustratie bij PH-AFZ 30.9.1932.
00.10.1932 PH-AJM Koolhoven F.K.44 4402 # Terug / Top
Moet dit jaar bij een landing over de kop geslagen zijn.
Waarschijnlijk in de tweede helft, want op 21.10.1932 kreeg het RSL het verzoek om advies
m.b.t. de BvL-aanvraag na de reparatie.
08.11.1932 G-AAZF Comper CLA.7 Swift S.30/7 Schiphol Terug / Top
De bestuurder probeerde op het beton voor het stationsgebouw te landen.
Hij deed z'n best om zo kort mogelijk binnen te komen maar vergiste zich in de afstand.
Hij ving het toestel te vroeg af en het kwam dus te laag over het hek binnen.
De wielen raakten de bovenkant van het hek en het toestel sloeg vlak achter het hek tegen
de grond. Het werd ernstig beschadigd, motorbok geheel afgebroken, onderstel vernield en
de onderkant van de romp lag grotendeels open. De bestuurder bleef ongedeerd.
Bestuurder: F.J.J.M. ten Bos.
Het ongevallenrapport. (Coll. H. Dekker)
![]() |
![]() |
11.11.1932 SE-ACZ Fokker F.XII 5303 # Terug / Top
Blikseminslag. Op 11 november werd het kompas opnieuw gecompenseerd.
NB. Dit was, neem ik aan, na het incident van 19/10.
13.11.1932 PH-AIU Pander Multipro 42 Schiphol Terug / Top
Na de landing taxiede de bestuurder rustig naar loods C. Toen het toestel bijna stilstond
werd de staart door een plotselinge windvlaag opgetild en sloeg het over de kop.
De beide inzittenden bleven ongedeerd.
Bestuurder: B. Nierstrasz.
![]() |
![]() |
13.11.1932 PH-12 Grunau 9 (ESG 29) = Eindhoven Terug / Top
Het toestel werd niet goed vastgehouden en werd door een windstoot achterover geblazen.
Staart op twee plaatsen gebroken en ook hoogteroer en richtingsroer waren gebroken.
Een foto uit het jubileumboek van de EAC.
Volgens het bijschrift zou het de eerste kraak van de "Sprinkhaan" zijn.
Dat klopt sowieso niet, maar of hij bij dit incident hoort is net zo onzeker!
17.11.1932 PH-AIR Fokker F.XVIII 5311 Londen(G) Terug / Top
Tijdens het taxiën kwam het toestel in botsing met een obstakellicht.
Bestuurder: W.C. van Veenendaal.
26.11.1932 PH-AIE Fokker F.XII 5292 # Terug / Top
Bij een blikseminslag werden antennes en schakelaars vernield.
De Chef-TD omschreef de schade. (Coll. H. Dekker)
00.11.1932 # R.R.G. Zögling “Glibber” # Simongan(PK) Terug / Top
Over de -oorzaak van- de schade heb ik geen informatie anders dan dat de reparatie op
27 november begon.
02.12.1932 PH-AIE Fokker F.XII 5292 Eelde Terug / Top
Wegens het slechte zicht maakte de bestuurder een voorzorgslanding.
De Banier 3.12.1932, via K. Kalkman.
08.12.1932 PH-AFR Fokker F.VIIb-3m 5262 Rotterdam Terug / Top
Licht beschadigd door aanvaring (“aanvlieging”) met enige vogels tijdens kruisvlucht.
Bestuurder: E. van Dijk.
11.12.1932 Stadt Düsseldorf = Wateringen Terug / Top
Bij de landing werd een passagier uit de mand geworpen en raakt ernstig gewond.
Hij overleed enige dagen later in het ziekenhuis.
Ballonvaarder: K. Münch.
Passagiers: O. Gannitz(†).
De namen van de andere twee passagiers weet ik niet. Een andere bron noemt ook nog een
O.F. Gaumnitz maar ik vermoed dat dit dezelfde is als het slachtoffer.
Terug naar de opsomming "Ernstige ongevallen"
Bericht in Het Vaderland 12.12.1932. (KB)
![]() |
![]() |
13.12.1932 D-1925 Junkers W.34 2542 Soerabaja(PK) Terug / Top
Nadat hij met zijn toestel, als drijvervliegtuig, naar Australië was gevlogen wilde de
bestuurder met hetzelfde toestel, maar nu uitgerust met een wielonderstel in recordtijd
van Port Darwin naar Londen vliegen.
Dat lukte dus niet. Bij de start, na een tussenlanding op Soerabaja, bleef het onderstel
in een greppel haken en werd beschadigd.
Bestuurder: H. Bertram.
(Foto via N. Geldhof)
25.12.1932 PH-AFN Pander EG 1 35 Dinteloord Terug / Top
De bestuurder had de bedoeling om via Bergen op Zoom naar Vlissingen te vliegen.
Via Bergen op Zoom omdat wegens de laaghangende bewolking de Zeeuwse wateren te vermijden.
Maar boven Noord-Brabant was het zicht echter zó slecht dat hij bij Dinteloord het toestel
aan de grond zette. Toen het zicht daarna beter leek, steeg hij weer op maar het bleek
verderop nog steeds te slecht te zijn en hij besloot terug te vliegen naar Waalhaven.
Maar eerst landde hij nóg een keer op het eerste weiland om zich in alle rust te kunnen
oriënteren en z'n koers te bepalen.
Hij steeg weer op maar toen begon de motor sterk in toeren terug te lopen en wéér ging
hij op weg naar dat weiland. Maar dat was door het sterke hoogteverlies niet
meer bereikbaar en hij moest direct een noodlanding uitvoeren.
Tijdens de nadering sloeg de motor echter helemaal af en hem bleef geen andere keus dan
het bouwland onder hem. Het vliegtuig is met het onderstel tegen een slootrand gebotst
en onmiddellijk daarna over de kop gevlogen. Het werd zeer ernstig beschadigd, de bestuurder
kreeg lichte verwondingen aan het gezicht.
Aangezien de politie zeer laat werd ingelicht, lag het toestel daar de rest van de dag zonder
bewaking. Als gevolg van het “bezoek van belangstellenden was het daarna niet
meer in den oorspronkelijken toestand”.
Bestuurder: W.M. van Neyenhoff.
Hoewel onderstaande brief het wel suggereert blijkt uit onderzoek in Engeland dat het toestel
(althans wat daar van over was...) daar niet is geweest.
Van reparatie is het helemaal niet meer gekomen, vlak hierna werd het afgeschreven.
En dat blijkt eigenlijk ook wel uit deze twee foto's. (Coll. Nico Geldhof)
![]() |
![]() |
![]() |
Links het bericht in Het Vaderland 28.12.1932. (KB) Getuige onderstaande brief is er minstens overwogen het toestel in Engeland te laten repareren. (Coll. H. Dekker) ![]() |
Tja.... (Coll. H. Dekker)
28.12.1932 PH-LUX Koolhoven F.K.43 4303 Capelle a/d IJssel Terug /Top
Een gebroken drijfstang maakte een noodlanding noodzakelijk. Bij de uitloop kwam het
toestel in een sloot terecht en werd beschadigd.
Bericht in Het Vaderland 28.12.1932. (KB)
00.00.1932 # Verbeek Parasol = Steenbergen Terug / Top
Adri Verbeek deed taxi-proeven met zijn zelfbouw parasol-vliegtuig.
Hierbij kwam het toestel los en hij zag, waarschijnlijk als gevolg van zijn onervarenheid,
geen kans de koers van het toestel tijdens de vlucht van enige honderden meters te
wijzigen. Het toestel crashte in een rijtje wilgen. Hoewel niet onherstelbaar beschadigd,
is het daarna wel gesloopt.
Bestuurder: A. Verbeek.
Bij de samenstelling van “Nederlandse Ongevallen en Incidenten 1932" werden
(o.a.) de volgende bronnen geraadpleegd: